X is eigenaar van een voetbalstadion. De gemeente heeft de WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2009 vastgesteld op € 13.235.000. Rechtbank Zwolle-Lelystad handhaaft de waarde in beroep. X komt in hoger beroep. In geschil is de vraag of sprake is van een bedrijfsmatig gebruikte onroerende zaak, zodat bij de waardering van de bedrijfswaarde moet worden uitgegaan.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat van bedrijfsmatig gebruikte onroerende zaken sprake is, indien de exploitatie geschiedt met het uitsluitende doel daarmee winst te behalen. Dat de feitelijke huurprijs van het voetbalstadion lager is dan de commerciële huurprijs, staat aan het bedrijfsmatige gebruik van de onroerende zaak niet in de weg. X heeft deze lage huurprijs geaccepteerd, omdat zij de gelegenheid heeft gekregen tegelijk met het voetbalstadion de andere bedrijfs- en kantoorruimten te bouwen en te exploiteren. De opbrengst van die exploitatie van de andere bedrijfs- en kantoorruimten weegt op tegen de lage huurprijs van het voetbalstadion. Volgens het hof streeft X naar een optimaal rendement. Daarom moet de bedrijfswaarde worden bepaald. Het hof acht de door X voorgestane bedrijfswaarde ad € 2.107.000 met de gehanteerde DCF-methode aannemelijk. Het hof vermindert de waarde naar € 2.107.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 24 september