Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de aftrek van uitgaven voor inkomensvoorzieningen terecht heeft geweigerd nu sprake is van waardeoverdracht van reeds opgebouwd lijfrentekapitaal.

X sluit in 1995 een lijfrenteverzekering. Op 1 april 2018 expireert de verzekering. Het expiratiekapitaal bedraagt € 20.308. X laat het expiratiekapitaal in 2018 rechtstreeks storten op een lijfrenterekening. In de aangifte IB/PVV 2018 neemt X € 3952 aan uitgaven voor inkomensvoorzieningen op. De inspecteur weigert deze aftrek. In geschil is of dit terecht is.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de aftrek van uitgaven voor inkomensvoorzieningen terecht heeft geweigerd. X’ stelling dat zij recht heeft op aftrek omdat zij in 2018 € 20.308 heeft gestort op de lijfrenterekening is onjuist. Er is sprake van waardeoverdracht van lijfrentekapitaal waarvoor in de periode van 1 april 1995 tot en met 1 april 2018 recht bestond op aftrek van de betaalde lijfrentepremies. De overdracht naar een andere uitvoerder maakt niet dat dit kapitaal nogmaals voor aftrek in aanmerking komt. Fiscaal gezien vormt de lijfrenterekening een voorzetting van de geëxpireerde lijfrenteverzekering. Er heeft fiscaalrechtelijk geen wijziging plaatsgevonden. De inspecteur heeft de aftrek terecht geweigerd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.134

Wet inkomstenbelasting 2001 3.124

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 2 april

Informatiesoort: VN Vandaag

232

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen