Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de vastgestelde WOZ-waarde van € 826.000 voor de woning van belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt, maar ook belanghebbende slaagt er niet in de door hem bepleite waarde van € 650.000 aannemelijk te maken.
X is eigenaar van een twee-onder-een-kapwoning met een perceeloppervlakte van 21.086 m2. Op het perceel rust een erfdienstbaarheid (recht van overpad). Verder bevinden zich 54 zonnepanelen op het perceel, waarvan 24 eigendom zouden zijn van de buren. In geschil is of de WOZ-waarde van de woning per 1 januari 2020 te hoog is vastgesteld.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de vastgestelde WOZ-waarde van € 826.000 niet aannemelijk heeft gemaakt, omdat de gebruikte referentieobjecten onvoldoende vergelijkbaar zijn met de woning van X. Ook X slaagt er niet in de door hem bepleite waarde van € 650.000 aannemelijk te maken, omdat hij een grote waardevermindering van € 48.265 in verband met de erfdienstbaarheid niet onderbouwt en geen rekening houdt met de aanwezige zonnepanelen. De stelling van X dat 24 zonnepanelen eigendom van de buren zijn, wordt verworpen. Niet gesteld of gebleken is dat ter zake van de zonnepanelen een zakelijk recht is gevestigd. X is door natrekking eigenaar van deze panelen. Ook constateert het hof een rekenfout in het door X overgelegde taxatierapport. Het hof stelt de WOZ-waarde van de woning in goede justitie vast op € 760.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 30a
Wet waardering onroerende zaken 17
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Editie: 13 mei
Informatiesoort: VN Vandaag