X bv koopt in 2014 in Duitsland een Porsche uit 2014. De km-stand is 8.625. De historische nieuwprijs van de auto was € 153.897.Bij de BPM-aangifte van begin 2015 is een taxatierapport gevoegd, waarin de handelsinkoopwaarde is gesteld op € 77.704. Deze waarde is berekend door op de koerslijstwaarde van € 84.220 een schadebedrag van € 6.516 in mindering te brengen. In geschil is de naheffingsaanslag van € 1.542. Volgens de inspecteur is ten onrechte de volledige schade in mindering op de waarde is gebracht.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv aannemelijk maakt dat de waardevermindering door de schade hoger is dan het bewijsvermoeden van 72% dat vanaf 1 januari 2015 in de Uitvoeringsregeling BPM is opgenomen. X bv stelt terecht dat er sprake is van een jonge auto met weinig km's, in het exclusieve segment. Aannemelijk is dat een koper daarvan verwacht dat de auto in een staat vergelijkbaar met nieuw verkeert (zie ook Hof 's-Hertogenbosch 14 juli 2016, nr. 15/01173), zodat van 100% waardevermindering kan worden uitgegaan. De inspecteur stelt vergeefs dat het spuitwerk kennelijk 'af fabriek' al matig was en dat dit een aanwijzing is dat een koper niet zulke hoge eisen zal stellen. Het beroep van X bv is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 augustus