Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van meer dan normale gebruiksschade die een waardevermindering van de auto rechtvaardigt.

X doet op 11 augustus 2021 aangifte BPM voor de registratie van een Lotus Evora 3.5 Sport 410 en voldoet een bedrag van € 7.412. Bij de aangifte is een expertiseverslag gevoegd waarin de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat is vastgesteld op € 37.631, met een aftrek van € 16.546 wegens schade. De inspecteur laat een hertaxatie uitvoeren door DRZ, die de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat op €  37.636 vaststelt zonder een waardevermindering wegens schade. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op met een totaal verschuldigde BPM van € 16.015. In geschil is de hoogte van de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat en of een waardevermindering wegens schade in aanmerking kan worden genomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van meer dan normale gebruiksschade die een waardevermindering van de auto rechtvaardigt. De rechtbank stelt vast dat de handelsinkoopwaarde moet worden gebaseerd op het taxatierapport van DRZ en berekent de verschuldigde BPM op € 11.649. Daarnaast kent de rechtbank X een immateriële schadevergoeding toe van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 4 november

Informatiesoort: VN Vandaag

201

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen