X is eigenaar van een vrijstaande woning uit 1978 met een berging en dubbele garage. X verschilt met de heffingsambtenaar van de gemeente Leek van mening over de hoogte van de WOZ-waarde. Rechtbank Noord-Nederland verlaagt de WOZ-waarde met € 49.000 in verband met stank- en wateroverlast.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in afwijking van Rechtbank Noord-Nederland dat de water- en stankoverlast geen reden is voor een verlaging van de WOZ-waarde. Het hof volgt het standpunt van de heffingsambtenaar dat de referentiewoningen in vergelijkbare mate te kampen hebben van overlast van de hoge waterstand en een nabijgelegen varkens- of pluimveehouderij. De waardedruk die hieruit voortvloeit, is dus verdisconteerd in de koopsommen die voor deze woningen zijn betaald. Voor een extra waardevermindering is dan ook geen ruimte. Het hof verklaart het hoger beroep van de heffingsambtenaar gegrond en draait de door de rechtbank toegepaste waardeverlaging terug.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 2 februari