Belanghebbende, X, ontvangt van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) één biljet met daarop vier WOZ-beschikkingen. Zijn gemachtigde dient vier afzonderlijke bezwaarschriften in. Na gegrondverklaring van het bezwaar is alleen nog de hoogte van de bezwaarkostenvergoeding in geschil.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er sprake is van één bezwaar indien dit is gericht tegen vier op één biljet vermelde WOZ-beschikkingen. Dit blijkt uit jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 12 april 2013, nr. 12/02674, V-N 2013/19.11 en HR 13 juli 2012, nr. 11/01222, V-N 2012/40.19.53). Het hof erkent dat deze jurisprudentie onder omstandigheden onredelijk kan uitpakken, maar dit is door de Hoge Raad onderkend, zo veronderstelt het hof. Terecht is de heffingsambtenaar bij het bepalen van de kostenvergoeding uitgegaan van één bezwaarschrift. In het feit dat het bezwaarschrift zich richt tegen vier objecten die voor de waardering wezenlijke verschillen vertonen, ziet het hof in navolging van de heffingsambtenaar reden om de wegingsfactor te stellen op 1,5.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2