Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de wegingsfactor 1 terecht door de rechtbank is toegepast, aangezien aan de heer X een rentevergoeding is toegekend.

De heer X heeft een uit Duitsland afkomstige personenauto hier laten registreren. In verband hiermee is door hem € 7.380 aan BPM op aangifte voldaan. In verband met de onverbindendheid van de 12%-regeling krijgt X later een teruggaaf van € 959 en een bezwaarkostenvergoeding van € 54,50. Volgens Rechtbank Gelderland heeft X ook recht op een rentevergoeding. De proceskostenvergoeding van X wordt in totaal € 544,50, zijnde € 54,50 voor de bezwaarfase en € 490 voor de beroepsfase (wegingsfactor 1). Partijen gaan in hoger beroep. Tussen partijen is de wegingsfactor in geschil.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de wegingsfactor 1 terecht is toegepast, omdat aan X (conform HR 19 december 2014, nr. 13/06055, V-N 2015/2.9) een rentevergoeding is toegekend. De inspecteur stelt vergeefs dat de wegingsfactor van 0,25 (zeer licht) voldoende is. X heeft tijdens de zitting berust in de wegingsfactor 1, zodat beide beroepen ongegrond zijn. Aangezien in hoger beroep alleen de hoogte van de wegingsfactor in geschil is, wordt voor de proceskostenvergoeding van X in hoger beroep de wegingsfactor 0,25 toegepast.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 14 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen