Hof Amsterdam bevestigt het oordeel van Rechtbank Noord-Holland. Er bestaat geen recht op aftrek van specifieke zorgkosten. De weigering daarvan levert geen strijd op met het gelijkheidsbeginsel en het recht op leven.

De inspecteur weigert de aftrek specifieke zorgkosten die X in de aangifte IB/PVV 2018 heeft opgevoerd. De aftrek is te onderscheiden in uitgaven die te maken hebben met extra gezinshulp, kosten voor extra wassen en uitgaven in verband met de aanschaf van producten. Rechtbank Noord-Holland oordeelde dat X geen recht heeft op aftrek voor specifieke zorgkosten. Ook in hoger beroep is in geschil of X recht heeft op de aftrek.

Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank op goede gronden tot een juist oordeel is gekomen. Ook in hoger beroep ontbreekt het aan de vereiste facturen en voldoende bewijsmateriaal ter ondersteuning van de aftrek van de uitgaven. Het niet toekennen van de aftrek levert geen strijd op met het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod. De situatie van X is niet gelijk aan gevallen waarin de wet wel aftrek toestaat. In de situatie van X is het namelijk niet aannemelijk dat de uitgaven zijn gedaan wegens ziekte of invaliditeit voor op voorschrift van een arts verstrekte farmaceutische producten. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 14

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 38

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Editie: 3 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Europees belastingrecht

Instantie: Hof Amsterdam

107

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen