Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur niet kan rechtvaardigen waarom de mevrouw X niet telefonisch kon worden gehoord, zodat zij recht heeft op vergoeding van de proceskosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand en de griffierechten.
Mevrouw claimt in haar IB-aangifte over 2015 aftrek van specifieke zorgkosten. Een deel van deze kosten heeft betrekking op een door haar gevolgd dieet. Volgens Rechtbank Noord-Holland zijn deze kosten niet aftrekbaar, ondanks een op de door X op de zitting overgelegde 'dieetbevestiging 2015'. Deze verklaring is namelijk niet voorzien van een ingangs- en einddatum. De eerder overgelegde 'dieetbevestiging 2014' kan niet dienen als onderbouwing van de dieetkosten in 2015. Het maakt niet uit dat deze bevestiging op 20 augustus 2015 door de behandelend arts is ondertekend. X stelt in hoger beroep dat de inspecteur in de bezwaarfase heeft geweigerd om haar telefonisch te horen.
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur niet kan rechtvaardigen waarom X niet telefonisch is gehoord (zie HR 14 december 2018, 17/04558, V-N 2018/67.19), zodat X recht heeft op vergoeding van de proceskosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand van € 1024 en een vergoeding van het griffierecht van in totaal € 172. De rechtsgevolgen van de vernietigde uitspraak van de rechtbank blijven echter in stand (art. 8:72 lid 3 aanhef en sub a Awb). Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:72
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 5 juni