X is eigenaar van een woning in de gemeente Tilburg waarvan de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2010 is vastgesteld op een bedrag van € 380.000. X stelt dat de gemeente een te hoge grondprijs hanteert voor zijn woning en bepleit een WOZ-waarde van maximaal € 374.000. Verder wijst X erop dat de gemeente heeft geweigerd een afschrift van de kladmatrix te overleggen die ter inzage is verstrekt tijdens de hoorzitting.
Rechtbank Breda ziet in het niet overleggen van een afschrift van een kladmatrix door de gemeente geen reden om X een proceskostenvergoeding toe te kennen. Nu het beroep ongegrond is, is voor een proceskostenvergoeding in beginsel geen aanleiding. Het is volgens de rechtbank niet aannemelijk dat het niet verstrekken van de matrix voor X (mede) aanleiding is geweest voor het instellen van beroep. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat X tijdens de hoorzitting bij de gemeente wel inzage heeft gehad in de matrix en de mogelijkheid heeft gehad de gegevens over te nemen, maar dat hij dit heeft nagelaten. De rechtbank oordeelt dat de gemeente bij de waardering de juiste grondprijs heeft gehanteerd. Terecht heeft de gemeente aan de woning van X, die aan de voorzijde beschikt over een groenvoorziening waarop in de toekomst niet gebouwd zal worden, een hogere grondprijs toegekend dan aan de referentiewoningen. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond maar heropent het onderzoek ter voorbereiding van een nadere uitspraak over de immateriële schadevergoeding inzake overschrijding van de redelijke termijn en merkt de Minister van Veiligheid en Justitie aan als partij in die procedure.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 8:73
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Breda
Editie: 9 november