Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Polen M. B. niet als partij accepteert in de procedure tegen B. sp z o.o. waarin de BTW-belastingschuld van deze vennootschap wordt vastgesteld. Dat M. B. aansprakelijk kan worden gesteld voor deze schuld is niet van belang.
M. B. is voorzitter van de raad van bestuur van B. sp z o.o. Naar aanleiding van een BTW-boekenonderzoek door de Poolse Belastingdienst, verzoekt M. B. om verkrijging van de hoedanigheid van partij in de betrokken belastingprocedure en toegang tot het dossier daarvan. Dit wordt geweigerd. M. B. is het daar niet mee eens omdat zij als enig lid van de raad van bestuur goed op de hoogte is van de gang van zaken bij de vennootschap. Daarnaast wijst zij er op dat eventuele onbetaalde schulden van de vennootschap haar als natuurlijke persoon zullen raken. De Poolse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Polen M. B. niet als partij accepteert in de procedure tegen B. sp z o.o. waarin de BTW-belastingschuld van deze vennootschap wordt vastgesteld. Dat M. B. aansprakelijk kan worden gesteld voor deze schuld is niet van belang. Wel is van belang dat M. B. zich voldoende moet kunnen verdedigen tijdens de eventuele procedure waarin zij hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld. Ook moet zij dan toegang kunnen krijgen tot het dossier.
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting, Invordering
Editie: 3 maart
Informatiesoort: VN Vandaag