X stelt hoger beroep in tegen een uitspraak van Rechtbank Gelderland en vraagt tevens een voorlopige voorziening aan. Het hof besluit beide zaken gezamenlijk te behandelen. X verzoekt meerdere keren om afzonderlijke behandeling. Vervolgens dient X een wrakingsverzoek in tegen raadsheer mr. A.J.H. van Suilen, die de zaken behandelt.
De wrakingskamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de weigering van het hof om het verzoek om een voorlopige voorziening en de hoofdzaak afzonderlijk te behandelen geen grond is voor wraking. De wrakingskamer legt uit dat de voorzieningenrechter de bevoegdheid heeft om onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak. Daargelaten dat de behandelend raadsheer nog geen beslissing heeft genomen over het onmiddellijk doen van uitspraak in de hoofdzaak, betreft dit een beslissing met een procedureel karakter. Procedurele beslissingen kunnen geen grond vormen voor wraking, tenzij zij blijk geven van vooringenomenheid, wat hier niet het geval was. Er waren geen objectieve aanwijzingen voor rechterlijke partijdigheid. De wrakingskamer wijst het verzoek van X af.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:108
Algemene wet bestuursrecht 8:86
Algemene wet bestuursrecht 8:15
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 11 februari
Informatiesoort: VN Vandaag