Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van Rechtbank Gelderland dat de inspecteur X bv terecht een verzuimboete heeft opgelegd voor het te laat doen van aangifte vennootschapsbelasting. Wat betreft de straftoemeting komt het hof echter tot een ander oordeel dan de rechtbank.
Belanghebbende, X bv, exploiteert een sportclub. De inspecteur legt aan haar ambtshalve een aanslag vennootschapsbelasting 2012 op wegens het uitblijven van een aangifte. Met de aanslag legt de inspecteur ook een verzuimboete op, die nu nog in geschil is.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van Rechtbank Gelderland dat de inspecteur X bv terecht een verzuimboete heeft opgelegd voor het te laat doen van aangifte vennootschapsbelasting. Wat betreft de straftoemeting komt het hof echter tot een ander oordeel dan de rechtbank. Het hof constateert dat de inspecteur in de uitspraak op bezwaar de boete heeft verminderd omdat de gemachtigde van X bv tijdens het hoorgesprek nadrukkelijk inzicht heeft geboden op tijdige indiening van aangiftes over latere jaren. Dit kan niet anders worden opgevat dan dat X bv er volgens de inspecteur blijk van heeft gegeven haar aangiftebedrag te willen verbeteren. Alsdan wordt volgens de als (intern) beleid op te vatten werkafspraken (zie V-N 2015/36.5) de verzuimboete verminderd tot € 246. Dit is in lijn met paragraaf 21 lid 8 van het BBBB. Bij het doen van uitspraak op bezwaar is de inspecteur ten nadele van X bv hiervan afgeweken door de boete op die grond slechts te verminderen tot € 1230. Het hof vermindert de boete alsnog tot € 246 en nog eens tot € 221 vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a