Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt, onder verwijzing naar het Kerstarrest (V-N 2022/2.3), dat ook aan X rechtsherstel geboden dient te worden door het alleen in de heffing te betrekken van het werkelijk rendement.

X doet aangifte IB/PVV 2018. De rendementsgrondslag box 3 van X bestaat uit bankrekeningen, beleggingen en overige bezittingen. Op grond van de Wet rechtsherstel box 3 vermindert de inspecteur de aanslag niet. X komt in beroep tegen de uitspraak op bezwaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat ook aan X rechtsherstel geboden dient te worden door het alleen het werkelijk rendement in de heffing te betrekken. Het forfaitaire stelsel dat volgt uit de Wet rechtsherstel box 3 is strijdig met art. 1 EP EVRM. De rechtbank ziet in het Kerstarrest aanleiding om alleen het werkelijk rendement te belasten. Uit zowel de berekening van X als van de inspecteur volgt geen positief belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Het belastbaar inkomen dient daarom te worden verminderd tot nihil. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 6 november

Informatiesoort: VN Vandaag

Dossiers: Box 3

1095

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen