De aandelen van X BV, zijn in handen van stichting Q en B. B houdt alle certificaten van aandelen in X BV en is bestuurder van stichting Q. Ook is B tot 1 september 2015 bestuurder van X BV. Sinds die datum is het Maltese A de bestuurder van X BV en gaan partijen een Management & Service Agreement aan. Op die datum schrijft X zich ook uit als inwoner van Nederland en schrijft hij zich in als inwoner van Zwitserland. Nadat X BV bij de Maltese Registry of Companies is geregistreerd als Oversea Company, keert X BV eind 2015 een dividend uit van bijna € 3 miljoen. In 2016 en 2017 worden vervolgens dividenden ter hoogte van in totaal € 30 miljoen uitgekeerd. Naar aanleiding van een onderzoek naar de vestigingsplaats van X BV legt de inspecteur naheffingsaanslagen dividendbelasting op. Volgens X BV is dit echter onjuist, omdat de plaats van haar werkelijke leiding op Malta ligt.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de werkelijke leiding van X BV niet in handen is van het Maltese A. De belastingadviseur van X BV en B hebben een plan in het leven heeft geroepen om de heffing van Nederlandse dividendbelasting onmogelijk te maken. A is afhankelijk van de input van de Nederlandse belastingadviseur. Ook heeft A een machtiging aan B verstrekt die van wezenlijk belang is met het oog op de dividendstroom. Verder maakt de inspecteur ook aannemelijk dat de plaats van werkelijke leiding van X BV in Nederland ligt. De beroepen van X BV zijn ongegrond. De naheffingsaanslagen dividendbelasting blijven in stand.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 1
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 2
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Vennootschapsbelasting
Editie: 8 januari
Informatiesoort: VN Vandaag