Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X door de afgegeven A-1 verklaring sociaal verzekerd en dus premieplichtig is in Nederland. X heeft geen recht op verrekening van in Liechtenstein ingehouden werknemerspremies of aftrek van de in Liechtenstein afgedragen premies. Wel heeft X recht op een aftrek van 1,2% van het van zijn werkgever genoten loon (werkkostenregeling).

X werkt als Rijnvarende voor een Liechtensteinse werkgever. X is het er niet mee eens dat de inspecteur zijn verzoek om vrijstelling van PVV-premies niet honoreert en gaat in beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X door de afgegeven A1-verklaring sociaal verzekerd en dus premieplichtig is in Nederland. De Belastingdienst en de belastingrechter zijn namelijk aan de A1-verklaring gebonden. De rechtbank is verder van mening dat de Wet IB 2001 geen basis biedt voor verrekening van in Liechtenstein ingehouden werknemerspremies. Verrekening kan, op grond van art. 73 lid 2 EG-Verordening 987/2009, alleen aan de orde komen nadat de Sociale Verzekeringsbank premies van het bevoegde orgaan van Liechtenstein heeft ontvangen. In de Wet IB 2001 is verder ook geen grondslag te vinden voor aftrek van de in Liechtenstein afgedragen premies. Het wetsartikel waar X naar verwijst, art. 3.16 lid 9 Wet IB 2001, is namelijk niet van toepassing op een belastingplichtige die inkomsten uit dienstbetrekking geniet. Wel heeft X, op grond van de werkkostenregeling art. 3.84 Wet IB 2001, recht op een aftrek van 1,2% van het van zijn werkgever genoten loon. De rechtbank kent een aftrek van € 570 toe.

Lees ook het thema Internationale sociale zekerheid.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.84

Wet inkomstenbelasting 2001 3.16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Premieheffing

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 15 februari

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen