Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat als een werknemer gebruik wenst te maken van een belastingvoordeel, het aan hem is te bewijzen dat niet meer dan 500 kilometer op jaarbasis privé gereden is.

Een werknemer heeft in 2017 en 2018 een auto ter beschikking gekregen van de werkgever. Werknemer heeft een verklaring geen privé gebruik van de Belastingdienst overgelegd aan de werkgever, zodat deze geen rekening houdt met een bijtelling wegens privégebruik. De Belastingdienst verzoekt werknemer om een rittenregistratie en ontvangt een achteraf opgestelde rittenregistratie met onvolkomenheden. Zo zijn voor veel voorkomende ritten steeds hetzelfde aantal kilometer in aanmerking genomen en sluiten de kilometerregistraties niet aan met de door de garages genoteerde kilometerstanden, bovendien zijn ritten opgenomen waarvan de zakelijkheid ter discussie staat. Naast de rittenregistratie verklaart de werknemer dat hij privé vervoermiddelen ter beschikking had. Aanvullende stukken zijn niet beschikbaar.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat als een werknemer gebruik wenst te maken van een belastingvoordeel, het aan hem is te bewijzen dat niet meer dan 500 kilometer op jaarbasis privé gereden is. Een onnauwkeurige en niet sluitende rittenregistratie, waardoor het vrijwel onmogelijk is is precies na te gaan hoeveel de werknemer gereden heeft, is onvoldoende bewijs daarvoor en komt voor rekening en risico van de werknemer. De auto moet worden bijgeteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 21c

Wet op de loonbelasting 1964 13bis

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 26 maart

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen