Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de werkruimte van X niet voldoet aan de vereisten voor aftrekbaarheid, omdat deze onvoldoende zelfstandig is. De reiskosten zijn ook niet volledig aftrekbaar.
X is predikant en woont in een woning die eigendom is van de kerk. Een deel van de begane grond van de woning wordt gebruikt als werkruimte. X dient op 24 maart 2020 de aangifte IB/PVV 2019 in, waarin hij kosten voor de werkruimte en reiskosten opvoert. De inspecteur accepteert deze kosten niet volledig en stelt het belastbare inkomen uit werk en woning vast op € 68.071. In geschil is of X recht heeft op aftrek van kosten voor de werkruimte en reiskosten, en of het vertrouwensbeginsel en/of het gelijkheidsbeginsel is geschonden.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de werkruimte van X niet voldoet aan de vereisten voor aftrekbaarheid, omdat deze onvoldoende zelfstandig is. De werkruimte heeft geen eigen sanitaire voorzieningen en kan daardoor niet als zelfstandig gedeelte van de woning worden beschouwd. De reiskosten zijn ook niet volledig aftrekbaar, omdat X onvoldoende bewijs heeft geleverd voor het aantal gereden kilometers. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt niet omdat geen sprake is van bijkomende omstandigheden op grond waarvan bij X de indruk is gewekt dat het volgen van de aangiften in voorafgaande jaren het gevolg is van een bewuste standpuntbepaling van de inspecteur. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt evenmin omdat geen sprake is van rechtens en feitelijk gelijke gevallen. Het hoger beroep is ongegrond en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.
Lees ook het thema Fiscale aspecten van de werkkamer thuis.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.95
Wet inkomstenbelasting 2001 3.94
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Wet inkomstenbelasting 2001 3.16
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 10 april
Informatiesoort: VN Vandaag