De heer X heeft een eenmanszaak en gaat in 2014 voor de tweede keer failliet. X is door belastingambtenaren en zijn accountant gewezen op het belang van een goede boekhouding. Ondanks die waarschuwingen is hij doorgegaan met laakbare handelingen. Door de FIOD worden namelijk onjuiste facturen in zijn administratie aangetroffen. In werkelijkheid genereerde X meer omzet en had hij minder kosten. Hierdoor is te weinig inkomstenbelasting betaald. X heeft daarnaast zwart loon uitbetaald. Rechtbank Limburg veroordeelt X daarom tot acht maanden gevangenis. X stelt in hoger beroep dat niet is komen vast te staan dat de bewezenverklaarde feiten er telkens toe hebben gestrekt dat te weinig belasting is geheven (strekkingsvereiste).
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat niet van belang is of het schenden van de administratieplicht daadwerkelijk heeft geleid tot het betalen van te weinig (omzet)belasting. De tenlastelegging houdt er namelijk geen rekening mee dat de btw-verleggingsregeling op X van toepassing was. Het niet vermelden van een btw-bedrag was dus juist. De onjuistheid is het niet vermelden van ‘btw verlegd’ op de factuur, maar dat is niet ten laste gelegd. Voldoende is echter dat het niet voeren van een goede administratie naar objectieve maatstaven is geëigend om het heffen van onvoldoende belasting teweeg te brengen. Het bewezenverklaarde handelen strekt er wel degelijk toe dat te weinig inkomstenbelasting is geheven en dat te weinig loonheffing is afgedragen. X wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar. Aangezien in eerste aanleg de redelijke termijn met bijna zeven maanden is overschreden, wordt de (maximaal) op te leggen taakstraf van 240 uur met 10% gematigd tot 216 uur, subsidiair 108 dagen hechtenis.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet op de omzetbelasting 1968 35a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting, Omzetbelasting, Strafrecht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 28 juli