Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur belanghebbendes inkomsten terecht niet kwalificeert als winst uit onderneming.

X verricht in 2014 en 2015 werkzaamheden voor B. De werkzaamheden vinden plaats op het werkadres van B en bestaan uit verladen en magazijnwerk. Daarnaast verricht X incidenteel werkzaamheden voor een verhuurbedrijf van limousines en een garage. Ten slotte verkoopt X haardhout. De inkomsten uit deze overige werkzaamheden bedragen in 2014 € 335 en in 2015 € 418. In geschil is of X' inkomsten kwalificeren als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur belanghebbendes inkomsten terecht niet kwalificeert als winst uit onderneming. X verdient in 2014 en 2015 vrijwel al zijn inkomsten met werkzaamheden voor B. X verricht die werkzaamheden tegen een vast uurtarief op het terrein van B. Hij maakt daarbij gebruik van eigendommen van B. X maakt niet aannemelijk dat hij een debiteurenrisico loopt. X' beroep op het vertrouwensbeginsel faalt eveneens.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Wet inkomstenbelasting 2001 3.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 10 februari

Carrousel: Carrousel

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen