Advocaat-generaal Wattel meent dat de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en BPM niet in strijd is met het discriminatieverbod, maar merkt wel op dat er strijd met het evenredigheids- en gelijkheidsbeginsel kan ontstaan wanneer als een NCNP-gemachtigde niet de eisende maar de verwerende partij optreedt.

Belanghebbende, X, procedeert over de WOZ-waarde van zijn woning. Hof Den Haag verlaagt de waarde naar € 500.000, waarna B&W in cassatie gaat. Als dit cassatieberoep ongegrond wordt verklaard, heeft X recht op een proceskostenvergoeding volgens de Wet herwaardering proceskostenvergoeding WOZ en BPM. De gewone uit het Bpb voortvloeiende proceskostenvergoeding moet volgens deze wet worden vermenigvuldigd met 0,25 als het bestreden besluit wordt vernietigd of gewijzigd en met 0,1 in andere gevallen.

Advocaat-generaal Wattel meent dat de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en BPM niet in strijd is met het discriminatieverbod, maar merkt wel op dat er strijd met het evenredigheids- en gelijkheidsbeginsel kan ontstaan wanneer als een NCNP-gemachtigde niet als eisende maar als de verwerende partij optreedt. In deze positie kan de gemachtigde namelijk niet worden verweten dat hij materieel zinloos en louter voor eigen gewin doorprocedeert, en kan de belastingplichtige niet worden verweten dat hij tegen geringe kosten verweer voert, zelfs wanneer dat voor de gemeenschap hogere kosten met zich meebrengt. Wanneer juist het bestuursorgaan doorprocedeert, moet de belanghebbende zich verdedigen en is het maken van verweerkosten redelijk. Dat de verlaging van de proceskostenvergoeding naar 10% van het Bpb-tarief ook – en contrarationeel – kan optreden wanneer de overheid zonder resultaat doorprocedeert, lijkt door de wetgever niet te zijn verdisconteerd. De A-G adviseert voor dit soort gevallen de factor 0,25 in plaats van 0,10 te hanteren. Onder verwijzing naar HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:324, BNB 2016/105 betoogt de A-G dat de bestuursrechter niet gaat over het verzoek van de gemachtigde om de PKV in strijd met art. 30a Wet WOZ rechtstreeks aan hem uit te betalen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 30a

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Europees belastingrecht

Editie: 29 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

426

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen