De regering onderzoekt of uitstel van de Wet herziening bedrag ineens wenselijk is, en zo ja, naar welke datum. Dit gebeurt in overleg met de sector. Op dit moment lijkt uitstel naar 1 juli 2026 het meest realistisch. Dat schrijft minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de nota naar aanleiding van het verslag aan de Eerste Kamer.

Op dit moment is nog geen besluit genomen over uitstel. Uitstel heeft budgettaire gevolgen. Het meest aangewezen moment om te besluiten over uitstel is tijdens de voorjaarsbesluitvorming over de rijksbegroting.

Vanuit de Eerste Kamer waren er ook vragen over de uitvoerbaarheid van de wet en de gevolgen voor de inkomenspositie van pensioengerechtigden met toeslagen en/of schulden. Volgens de minister is de uitvoerbaarheid toegenomen door de inperking van de doelgroep. De pensioenuitvoerder moet de deelnemer erop wijzen dat de keuze voor bedrag ineens invloed kan hebben op de verschuldigde belastingen, premies volksverzekeringen en het recht op inkomensafhankelijke regelingen. De regering laat een rekentool ontwikkelen specifiek voor bedrag ineens. Hiertoe heeft het Nibud een vooronderzoek gedaan.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.133

Wet inkomstenbelasting 2001 3.126

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Fiscale wetsvoorstellen

Regelgevende instantie: Staten-Generaal

Editie: 12 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

33

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen