Sinds de inwerkingtreding van de Wet elektronisch bestuurlijk verkeer in 2004 hebben zich zo veel technologische en maatschappelijke ontwikkelingen voorgedaan, dat het wenselijk is om de regels over elektronisch bestuurlijk verkeer te moderniseren. Burgers en bedrijven krijgen met dit voorstel meer mogelijkheden om via digitale kanalen met de overheid in contact te treden waarbij de keuze tussen het volgen van de elektronische of de papieren weg blijft bestaan. Het verplichte gebruik van de elektronische weg kan wel in andere wetten dan de Awb worden voorgeschreven.
Er zijn drie amendementen aangenomen: Voor ondernemers en rechtspersonen worden de eisen om verplicht via digitale weg met de overheid te communiceren gelijkgesteld aan de eisen die daarvoor gelden bij natuurlijke personen; In de wet wordt een sterker actief instemmingsvereiste opgenomen, zodat mensen altijd actief moeten instemmen met enkel digitale communicatie; In de wet wordt vastgelegd dat mensen in ieder geval niet in verzuim geoordeeld worden als zij de termijn voor indiening overschrijden met dezelfde periode als de duur van een verstoring.
Met de vierde nota van wijziging wordt een verschrijving in de derde nota van wijziging gecorrigeerd.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 13
Algemene wet inzake rijksbelastingen 3a
Algemene wet bestuursrecht 2:13
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 20 april