De wet tot versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen van enkele knelpunten is in het Staasblad gepubliceerd. De wet treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking.

Deze wet versterkt in de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht de toepassing van het profijtbeginsel bij watersysteemheffingen. Hiermee krijgen waterschappen betere mogelijkheden dit beginsel toe te passen. Dit kan leiden tot verschillen in waterschapsheffingen tussen ingezetenen, eigenaren van gebouwd onroerend goed, eigenaren van ongebouwd terrein en eigenaren van natuurterreinen.

Aan het wetsvoorstel (36412) is aandacht besteed in V-N 2023/47.20, V-N 2024/3.22, V-N 2024/10.26, V-N 2024/21.28, V-N 2024/26.23, V-N 2024/55.15 en V-N 2025/7.23.

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220a

Waterschapswet 116

Waterschapswet 122

Waterschapswet 121

Waterschapswet 120

Waterschapswet 119

Waterschapswet 118

Waterschapswet 117

[Nieuwsbron]

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Milieuheffingen

Regelgevende instantie: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Editie: 17 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen