X komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-waarde van zijn woning in de gemeente Borger-Odoorn.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat art. 40 lid 2 Wet WOZ gemeenten verplicht om desgevraagd de gebruikte grondstaffel en de KOUDV- en liggingsfactoren van de woningen te verstrekken. Deze bepaling uit de Wet WOZ houdt – anders dan art. 7:4 lid 2 Awb – niet enkel een passief inzagerecht in. Omdat de heffingsambtenaar de gegevens niet heeft verstrekt, veroordeelt de rechtbank hem tot vergoeding van het door X betaalde griffierecht en de proceskosten in beroep. De rechtbank acht de WOZ-waarde van de woning van X niet te hoog. Het ontbreken van de gegevens waarmee de heffingsambtenaar de verkoopprijzen herrekend heeft naar de waardepeildatum heeft in dit geval geen gevolgen. Eén van de vergelijkingsobjecten is namelijk minder dan twee maanden voor waardepeildatum verkocht, en dit object onderbouwt de WOZ-waarde voldoende.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Wet waardering onroerende zaken 40
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 6 mei