Het wetsvoorstel bevat twee elementen, die beide ten doel hebben de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling te bevorderen. In de eerste plaats wordt voorgesteld om de figuur van de “amicus curiae” in procedures bij de hoogste bestuursrechters wettelijk te verankeren. “Meedenkers” kunnen door hun inbreng in een procedure voor de rechter een bijdrage leveren aan de rechtsontwikkeling. Door de inbreng van anderen dan partijen kan de rechter een beter, breder zicht krijgen op de mogelijke maatschappelijke gevolgen van een te nemen beslissing.
In de tweede plaats wordt voorgesteld om de mogelijkheid van zogeheten kruisbenoemingen tussen de hoogste rechtscolleges te completeren. Het gaat hier met name om het opheffen van de wettelijke belemmering dat alleen personen die zelf al lid zijn van de Hoge Raad kunnen worden benoemd tot raadsheer in buitengewone dienst in dat college.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Staten-Generaal
Editie: 25 september