Als een a.b.-houder vanuit een ander EU-land of een derde land in Nederland gaat wonen dan wordt op grond van het wetsvoorstel het maximumbedrag gesteld op het totaalbedrag van schulden aan de eigen vennootschap op het moment van immigratie, maar ten minste op € 700.000. De voorgestelde wijze voor het bepalen van het maximumbedrag bij immigratie is in lijn met de manier waarop de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang bij immigratie wordt vastgesteld (step-up).
Door rekening te houden met ten minste het reguliere maximumbedrag van € 700.000 wordt recht gedaan aan de in het buitenland opgebouwde waarde en (latente) inkomstenbelastingheffing over de in het buitenland opgebouwde schuld. Ook wordt voorkomen dat gelden die buiten de periode van Nederlandse belastingplicht als lening aan de vennootschap zijn onttrokken, in de Nederlandse heffing worden betrokken.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 13 september