Hof Amsterdam oordeelt dat de beveiligingskosten tot de algemene kosten behoren. Het is namelijk aannemelijk dat de beveiligingskosten zowel betrekking hebben op de activiteiten met betrekking tot de verkoop van softdrugs als op de activiteiten met betrekking tot de reguliere horeca.

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat het na een BPM-naheffing niet is toegestaan om de historische nieuwprijs en de daaraan gerelateerde handelsinkoopwaarde van de referentie-auto te wijzigen door het opvoeren van fictieve fabrieksopties.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat geen verlengde navordering mogelijk is, omdat de Oostenrijkse winst niet buiten het zicht van de Nederlandse Belastingdienst is gebleven.

Ook anderen dan de bij een rechtszaak betrokken partijen krijgen de gelegenheid om in die zaak een inbreng te leveren (mee te denken). Dat staat in het wetsvoorstel amicus curiae en kruisbenoemingen dat door de Minister voor Rechtsbescherming bij de Tweede Kamer is ingediend.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt onder verwijzing naar HR 22 maart 2024 (V-N 2024/15.8) dat voor een buitenlands belastingplichtige bij de berekening van de arbeidskorting en het premiedeel van de algemene heffingskorting moet worden uitgegaan van het in Nederland belastbare inkomen uit werk en woning.

Een Roemeens uitzendbureau dat ook actief is in Nederland, moet zijn activiteiten staken. Het bedrijf had niet de vereiste vergunning in Roemenië en betaalde de verplichte sociale premies niet correct voor zijn personeel in Nederland. Dat meldt de Arbeidsinspectie.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X geen recht heeft op vrijstelling van premie volksverzekeringen voor 2017, ondanks zijn werkzaamheden in Liechtenstein. De A1-verklaring van de SVB is leidend en de in Liechtenstein betaalde premies kunnen niet worden verrekend.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het ‘tenminste’-beding geen vast overeengekomen arbeidsduur tot gevolg heeft. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat de uitleg van het hof van art. 47 Wfsv correct is. De tekst biedt steun voor de door het hof gegeven uitleg. De A-G merkt daarbij vervolgens op dat de tekst geen steun biedt voor de uitleg die de staatssecretaris voorstaat.

Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat het hof de bewijslast omtrent het aanvoeren van weigeringsgronden correct heeft verdeeld. De A-G merkt daarbij op dat niet X BV, maar de inspecteur belang heeft bij toepassing van art. 3.20 en/of 3.21 Regeling Wfsv.

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid organiseert samen met de Belastingdienst op donderdag 14 november 2024 twee webinars over zzp en schijnzelfstandigheid.