Demissionair Minister de Jager en Staatssecretaris Weekers van Financiën hebben op Prinsjesdag het Fiscaal pakket 2013 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het Fiscaal pakket bestaat uit zes wetsvoorstellen: het Belastingplan 2013, de Overige fiscale maatregelen 2013, het wetsvoorstel herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer, het wetsvoorstel herziening fiscale behandeling eigen woning, het wetsvoorstel verhuurderheffing en het wetsvoorstel elektronische registratie notariële akten. Hieronder behandelen wij het wetsvoorstel herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer. Tenzij anders aangegeven is de inwerkingtredingsdatum 1 januari 2013. Abonnees van Vakstudie Nieuws ontvangen eind volgende week een Bijzonder nummer van het tijdschrift waarin de zes wetsvoorstellen van aantekeningen zijn voorzien.
Algemeen
Met ingang van 1 januari 2013 zal de regeling voor onbelaste reiskostenvergoedingen en verstrekkingen van vervoer niet langer van toepassing zijn op de kilometers die in het kader van het woon-werkverkeer worden gemaakt, ongeacht de wijze waarop, en wordt in samenhang daarmee het met een auto van de zaak afgelegde woon-werkverkeer aangemerkt als privégebruik. De werkgever heeft in dat geval nog wel de mogelijkheid om de reiskosten voor het woon-werkverkeer onbelast te vergoeden vanuit de vrije ruimte van de zogenoemde werkkostenregeling (WKR).
In 2013 wordt wel de mogelijkheid gehandhaafd om onbelaste tegemoetkomingen te geven voor de zakelijke reizen, niet zijnde woon-werkverkeer. Het fiscale regime voor deze zakelijke reizen blijft voor 2013 ongewijzigd ten opzichte van de huidige situatie.
Het begrip woon-werkverkeer
Het gaat om (heen en/of terug) reizen van de woon- of verblijfplaats naar de in het kader van een overeenkomst tot het verrichten van arbeid overeengekomen vaste werkplaats(en) waar men (één of meerdere dagen) zijn werkzaamheden verricht. Als een dergelijke overeenkomst niet is gesloten, dan geldt dat alle reizen (heen en/of terug) van de woon- of verblijfplaats naar een bedrijfsadres als woon-werkverkeer kwalificeren. Het merendeel van de reizen van de ambulante werknemer, zoals de loodgieter en de wijkverpleegkundige, wordt derhalve aangemerkt als zakelijk verkeer en komt dus in aanmerking voor een onbelaste vergoeding. Pas als die werkzaamheden op een specifieke werkplaats langer duren dan een jaar, worden alle reizen van de woning of verblijfplaats naar die werkplaats aangemerkt als woon-werkverkeer en wordt de vergoeding die daarvoor wordt verstrekt belast.
Wat betreft ondernemers (waaronder ook begrepen de zzp'ers), is het kabinet van mening dat in beginsel alleen de reizen van de ondernemer tussen zijn woning of verblijfplaats naar zijn eigen bedrijfsadres als woon-werkverkeer moeten worden aangemerkt. Dat is alleen anders als de werkzaamheden op een specifieke plaats langer duren dan een jaar.
Voor de werknemer die tijdens zijn dienstverband wordt gedetacheerd naar een andere werkplaats dan zijn gebruikelijke vaste werkplaats, en de duur van die detachering aanmerkelijk korter is dan de duur van de dienstbetrekking, geldt dat de reizen die in het kader van die detachering worden gemaakt tussen de woning of verblijfplaats en de plaats van detachering, worden beschouwd als zakelijke reizen. De daarvoor toegekende vergoedingen kunnen derhalve onbelast worden verstrekt. Voorwaarde is wel dat de detachering niet langer duurt dan een jaar.
Auto van de zaak
In het algemeen zal het aantal kilometers dat wordt gereden in het kader van het woon-werkverkeer meer dan 500 kilometer zijn. Als gevolg van het feit dat deze kilometers straks als privé worden aangemerkt, zal de huidige vrijstelling van de bijtelling voor de auto's waarmee minder dan 500 kilometer privé wordt gereden, grotendeels haar belang verliezen.
Voorkoming anticipatie
Om te voorkomen dat de in dit wetsvoorstel opgenomen maatregelen met betrekking tot de fiscale behandeling van het woon-werkverkeer worden ontweken door bijvoorbeeld nog in 2012 een kostenvergoeding te verstrekken ter zake van woon-werkverkeer dat in 2013 of later plaatsvindt, is in dit wetsvoorstel een bepaling opgenomen op grond waarvan vergoedingen en verstrekkingen die in de periode van 18 september 2012, 16.00 uur, tot en met 31 december 2012 plaatsvinden ter zake of in de vorm van woon-werkverkeer voor zover dat verkeer plaatsvindt na 31 december 2012, geacht worden te zijn genoten in het loontijdvak waarin het woon-werkverkeer plaatsvindt.
Overgangsrecht
Voor OV-abonnementen die vóór 25 mei 2012 zijn aangegaan blijft de verstrekking daarvan onbelast voor de geldigheidsduur van dat abonnement voor zover deze geldigheid zich uitstrekt tot na 31 december 2012 en voor zover de verstrekking op grond van de tot 1 januari 2013 geldende wetgeving niet belast zou zijn. Onder dezelfde voorwaarden is voorzien in overgangsrecht voor de reisaftrek voor werknemers die met het openbaar vervoer van en naar het werk reizen en daar geen of een lage vergoeding voor krijgen.
Voor personen- en bestelauto's die door het aanmerken van de woon-werkkilometers als privékilometers onder de bijtelling gaan vallen geldt ook een overgangsregime. Voor deze auto's waarvoor vóór 25 mei 2012 een leasecontract is aangegaan wordt de bijtelling gedurende de looptijd van dat leasecontract, maar uiterlijk tot 1 januari 2017, beperkt tot 25% van de zonder dit overgangsrecht verschuldigde bijtelling van 25%, 20% dan wel 14%. Deze verlaagde bijtelling geldt overigens alleen ingeval het aantal privékilometers, zijnde de andere privékilometers dan de kilometers die in het kader van het woon-werkverkeer met de auto worden gemaakt, beperkt blijft tot maximaal 500 kilometer op jaarbasis. Voor bestelauto's waarvoor vóór 25 mei 2012 een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik is afgegeven, geldt dit overgangsrecht alleen ingeval naast de zakelijke kilometers en de woon-werkkilometers geen privékilometers worden gemaakt.
Dit overgangsrecht geldt mutatis mutandis eveneens voor de auto van de zaak die niet is geleased maar op de balans van de onderneming staat en ter beschikking is gesteld aan de werknemer. Tevens geldt dit overgangsrecht voor de auto die de ondernemer voor privégebruik, waaronder woon-werkverkeer, ter beschikking staat. Het overgangsrecht geldt dan gedurende de termijn dat de auto op de balans blijft staan, met dien verstand dat ook dit overgangsrecht in ieder geval eindigt op 1 januari 2017.
Toeslagen
Het blijkt volgens het kabinet niet mogelijk om mensen van wie de toeslag als gevolg van deze maatregel wordt verlaagd, te compenseren of om voor deze mensen de gevolgen te mitigeren.
Brondocument Belastingplan 2013
Brondocument Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2013