Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X recht heeft op wettelijke rente over de bezwaarkostenvergoeding, te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop de uitspraak op bezwaar is gedaan tot aan de dag van algehele voldoening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Aan X is een BPM-naheffingsaanslag opgelegd in verband met de invoer van een gebruikte personenauto met schade. Na bezwaar is de aanslag vernietigd en is een bezwaarkostenvergoeding van € 747 toegekend. Deze vergoeding is pas na ruim twee maanden uitbetaald. Volgens Rechtbank Noord-Nederland maakt X ten onrechte aanspraak op rente over de terugbetaling van BPM. X gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2020/29.1.3) oordeelt dat X recht heeft op wettelijke rente over de bezwaarkostenvergoeding, te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop de uitspraak op bezwaar is gedaan tot aan de dag van algehele voldoening. X heeft hierom niet al in eerste aanleg verzocht, zodat dit niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Voor vergoeding van rente over de terugbetaling van BPM zal X zich te zijner tijd tot de ontvanger moeten wenden. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 24 september