Per 1 januari 2024 zijn allerlei bedragen, percentages en aantallen in de SZW-regelgeving herzien. In deze verzamelregeling zijn de nieuwe bedragen gepubliceerd.

Het gaat onder andere om een wijziging van de Regeling beslagvrije voet. In het Besluit beslagvrije voet is de bepaling opgenomen dat de beslagvrije voet van personen op wiens inkomen beslag is gelegd en die buiten Nederland woonachtig zijn, wordt vermenigvuldigd met een vastgestelde factor, de zogenoemde woonlandfactor. De in deze regeling gebruikte woonlandfactoren zijn afgeleid van het woonlandbeginsel in de sociale zekerheid en gebaseerd op de verhouding van het algemene kostenniveau van het desbetreffende woonland en dat van Nederland.

In de Regeling Wfsv wordt het quotumpercentage over 2023 voor de sector overheid vastgesteld. In de Wet tegemoetkomingen loondomein is er een wijziging. De bovenste uurloongrens voor het lage-inkomensvoordeel (LIV) is per 1 januari 2024 verlaagd van 125 procent naar 104 procent wettelijk minimumloon (WML). De bovenste uurloongrens is zodanig verlaagd dat het aantal werknemers waarvoor werkgevers LIV ontvangen gelijk is aan het aantal vóór de verhogingen van het WML. Deze regeling stelt de bedragen van de uurloongrenzen vast.

[Nieuwsbron]

Rubriek: Sociale zekerheid algemeen, Loonbelasting, Premieheffing

Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Editie: 29 december

Informatiesoort: VN Vandaag

217

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen