De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit over giftenaftrek en ANBI’s (V-N 2015/4.13) opnieuw gewijzigd. Een eerdere wijziging is opgenomen in V-N 2023/22.6.

Het besluit bevat nu een verduidelijking in onderdeel 2.1 (Periodieke giften in natura) met betrekking tot de situatie waarbij geen geld, maar eenheden worden geschonken. Onderdeel 2.2.1 (Beëindiging periodieke giften bij arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, faillissement van de instelling of verlies van de ANBI-status) is vervallen omdat dit onderdeel per 1 januari 2024 in de Wet IB 2001 is opgenomen. Het onderdeel 2.2.2 (Uitkering ineens van resterende termijnen bij overlijden) is gewijzigd omdat een periodieke gift ook afhankelijk kan zijn van het leven van iemand anders dan de schenker(s). Onderdelen 2.3.1 (Goedkeuring voor periodieke giften aan instellingen die met ingang van 1 januari 2010 niet meer als ANBI zijn aangemerkt) en 2.5 (Periodieke giften middels een notariële of onderhandse akte van schenking) zijn vervallen. Onderdeel 2.4 (Giften aan loketinstellingen) is gewijzigd als gevolg van het arrest HR 22 april 2016 (V-N 2016/24.3). In het tot 2.5 vernummerde 2.6 (Gelijkmatigheidseis bij periodieke giften) zijn de alinea’s met achtergrondinformatie komen te vervallen en is een redactionele wijziging opgenomen.

Het besluit treedt in werking per 15 maart 2024.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.38

Wet inkomstenbelasting 2001 6.32

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 15 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

1198

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen