De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit subjectieve VPB-vrijstelling diverse lichamen gewijzigd.
De wijziging behelst een nieuw onderdeel 3.3.1.1 voor buitenlandse pensioenlichamen die niet voldoen aan alle in onderdeel 3.3.1 genoemde voorwaarden. Een door een buitenlands pensioenlichaam uitgevoerde regeling voor zelfstandigen kan onder voorwaarden eveneens worden aangemerkt als kwalificerende regeling als bedoeld in art. 5 lid 1 onderdeel b Wet VPB 1969 als deze regeling naar aard en strekking vergelijkbaar is met een pensioenregeling als bedoeld in art. 5 lid 3 onderdeel b Wet VPB 1969.
Verder is in navolging van het besluit noodmaatregelen coronacrisis (V-N 2022/8.22.20) een verduidelijking opgenomen in onderdeel 4.2.2 (preventie) en is een nieuw onderdeel 4.4.3.1 (verzelfstandigde medische laboratoria en diagnostische centra) toegevoegd. Tot slot is in onderdeel 4.4.2 een redactionele aanpassing aangebracht zonder dat hiermee een inhoudelijke wijziging is beoogd.
Het besluit van 25 november 2019 (V-N 2020/3.11) is laatstelijk gewijzigd bij besluit van 17 december 2020 (V-N 2021/3.9). De wijzigingen treden 5 augustus 2022 in werking.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 5 augustus
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel