De Staatssecretaris van Financiën heeft het besluit vooroverleg rulings met een internationaal karakter opnieuw geactualiseerd.

De wijzigingen brengen vooroverleg over de toepassing van de Wet minimumbelasting 2024 onder het besluit. Er worden uitzonderingen op de uitsluitingen van paragraaf 3 onder b.i en b.ii toegevoegd. De uitsluitingen houden in dat er geen vooroverleg kan worden gevoerd in misbruiksituaties. Op grond van de uitzonderingen kan er in bepaalde situaties, in afwijking van de uitsluitingen, wel vooroverleg worden gevoerd.

Tot slot kan er in triangular cases in een (bilaterale of multilaterale) APA een kritische veronderstelling worden opgenomen waarbij rekening wordt gehouden met verrekenprijscorrecties uit landen die niet bij de APA betrokken zijn. Deze wijziging voorkomt dat de winst van de Nederlandse belanghebbende niet meer at arm’s length is wanneer de voorwaarden van één van de transacties gewijzigd wordt in een onderlinge overlegprocedure.

Deze wijzigingen zijn opgenomen in een wijziging van het besluit van 19 juni 2019, nr. 2019-13003 (V-N 2019/33.8) laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 juni 2022, nr. 2022-10157 (V-N 2022/29.6). Dit besluit treedt in werking op 22 december 2023.

[Nieuwsbron]

Rubriek: Dividendbelasting, Internationaal belastingrecht, Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 22 december

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

760

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen