X vraagt een omgevingsvergunning aan voor het oprichten van een woonhuis met kelder. De gemeente Cranendonck legt een aanslag bouwleges op. Na het failliet van de aannemer wijzigt X het bouwplan en vraagt een nieuwe omgevingsvergunning aan. Voor deze aanvraag worden opnieuw leges geheven over de gehele bouwsom, omdat geen sprake is van een geringe wijziging van het bouwplan. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwijst naar de tarieventabel bij de legesverordening, waarin staat dat leges worden geheven over de meerkosten van een gewijzigde aanvraag, indien sprake is van een geringe wijziging in het project. Voor de vraag of sprake is van een geringe wijziging is niet beslissend de hoogte van de meerkosten, maar de aard van de wijziging. De kelder die onder de woning was gepland, is gedeeltelijk verplaatst en met een factor van ruim 1/3e vergroot. Daardoor is de fundering van de te bouwen woning veranderd, zodat geen sprake is van een geringe wijziging. X maakt niet aannemelijk dat aan hem een toezegging is gedaan dat de legesheffing beperkt zou blijven tot de meerkosten van het gewijzigde bouwplan. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 19 augustus