Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de door de inspecteur opgelegde (navorderings)aanslagen correct zijn. Bij het opleggen van de aanslagen heeft de inspecteur zich namelijk gebaseerd op verklaringen van X en de gegevens uit het boekenonderzoek.

X exploiteert een avondwinkel annex cafetaria. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur IB-(navorderings)aanslagen op aan X. In geschil is of de inspecteur de winst van de onderneming tot de juiste bedragen heeft gecorrigeerd.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de door de inspecteur opgelegde (navorderings)aanslagen correct zijn. Bij het opleggen van de aanslagen heeft de inspecteur zich namelijk gebaseerd op verklaringen van X en de gegevens uit het boekenonderzoek. Daarnaast is aan de hand van de gebrekkige administratie van X getracht de behaalde omzet te benaderen. De rechtbank acht verder van belang dat de inspecteur naar aanleiding van een door X voorgesteld compromis, om de omzetten voor alle jaren op € 400.000 vast te stellen, de omzetten op € 400.000 (2015 en 2016) en € 450.000 (2017 en 2018) heeft vastgesteld. X beroept zich er verder op dat vertrouwen is gewekt met het volgen van de door hem ingediende suppletieaangiften. Volgens de rechtbank is echter voor de IB-heffing geen vertrouwen gewekt doordat de in de suppletieaangiften opgevoerde omzet voor de BTW-heffing is gevolgd. Aan X is daarbij ook medegedeeld dat het volgen van de suppletieaangiften in zijn voordeel is en dat hij daar geen vertrouwen aan kan ontlenen. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 19 juli

39

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen