De Staatssecretaris van Financiën heeft een besluit genomen aangaande de WOB-verzoeken over navorderingsaanslagen voor buitenlands vermogen. Het verzoek is gedeeltelijk toegewezen.
De drie WOB-verzoeken hebben betrekking op alle documenten ten aanzien van de afdoening van de navorderingsaanslagen voor vermogen in het buitenland en het opleggen van ambtshalve navorderingsaanslagen binnen en buiten de verlengde navorderingstermijn voor vermogen in het buitenland.
Voor het opleggen en afdoen van navorderingsaanslagen zijn geen draaiboek of werkinstructies opgesteld. Deze werkzaamheden vallen binnen het reguliere werk van de Belastingdienst. Buiten de verlengde navorderingstermijn worden geen ambtshalve navorderingsaanslagen opgelegd. Wel komt het voor dat beide partijen gebaat zijn bij een bepaald uitstel en daarom in een vaststellingsovereenkomst overeenkomen dat een afwijkende termijn geldt. De documenten die hiermee verband houden zijn bijgesloten, waaronder de standaardbrieven.
Er worden twee situaties onderscheiden bij het verlengen van de termijn. In de eerste situatie heeft de belastingplichtige nog niet alle relevante informatie verstrekt. Als hij akkoord gaat met verlenging van de termijn voor het opleggen van de aanslag krijgt hij extra uitstel voor het aanleveren van de gevraagde informatie. In de tweede situatie heeft de Belastingdienst alle relevante informatie reeds ontvangen. Als de belastingplichtige akkoord gaat met verlenging van de termijn wordt er voor dat belastingjaar geen vergrijpboete opgelegd.
Voor beide situaties geldt dat als belastingplichtigen niet akkoord gaan met de verlenging van de termijn er een ambtshalve aanslag wordt opgelegd voor het desbetreffende belastingjaar met een eventuele vergrijpboete.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 28 mei