Koopwoning op recreatiepark kwalificeert als eigen woning nu uit de omstandigheden van het geval blijkt dat de koopwoning het middelpunt van de persoonlijke belangen van belanghebbende is.
X heeft een huurwoning in Z en een woning in eigendom in B (koopwoning). De koopwoning staat op een recreatiepark en mag niet permanent worden bewoond. X brengt de weekenden, de feestdagen, de schoolvakanties en zijn vrije dagen door in de koopwoning. X en zijn echtgenote vieren hun verjaardagen in de koopwoning. Ook ontvangen zij daar visite en logees. In 2014 verblijft X 170 dagen/nachten in de koopwoning. Volgens Rechtbank Den Haag is de huurwoning het hoofdverblijf, zodat de koopwoning in box 3 valt. In hoger beroep is in geschil of de koopwoning kwalificeert als eigen woning (hoofdverblijf).
Hof Den Haag oordeelt dat de koopwoning kwalificeert als eigen woning. Uit de omstandigheden van het geval blijkt dat de koopwoning het middelpunt van X’ persoonlijke belangen is. De omstandigheden dat X zijn in omvang beperkte werkzaamheden in en buiten loondienst vanuit de huurwoning verricht, leidt niet tot een ander oordeel.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 24 augustus
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel