Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbendes woning sinds haar uitzending niet meer kwalificeert als eigen woning voor de eigenwoningregeling van de Wet IB 2001.
X heeft een eigen woning. Per 31 augustus 2015 laat X zich uitschrijven op dat adres en is X voor haar werk bij het Ministerie van Defensie uitgezonden naar Curaçao. X' echtgenoot heeft een zoon uit een eerder huwelijk. X spreekt met deze stiefzoon en zijn vriendin mondeling af dat zij gedurende haar uitzending in de woning kunnen verblijven. In 2017 leggen zij deze afspraken vast in een bruikleenovereenkomst. Het is hen toegestaan de woning te gebruiken om werkzaamheden te verrichten als gastouder. Alle kosten die zij voor het gebruik van de woning maken, zijn voor eigen rekening. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de woning vanaf 31 augustus 2015 niet meer kwalificeert als eigen woning. In geschil is of dit oordeel juist is.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbendes woning sinds haar uitzending niet meer kwalificeert als eigen woning. De woning staat haar niet langer als hoofdverblijf ter beschikking. Ook de uitzendregeling van artikel 3.111 lid 6 Wet IB 2001 is niet van toepassing. De woning wordt immers ter beschikking gesteld aan derden. Van een kraakwachtsituatie is slechts sprake als de overwegende beweegreden voor het aangaan van een bruikleenovereenkomst is gelegen in de wens om inbraak en/of kraak te voorkomen. X maakt niet aannemelijk dat dit het hoofdmotief van de bruikleenovereenkomst is geweest. X' hoger beroep is ongegrond.
Lees ook het thema Eigenwoningregeling
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 8 juni