Stichting X is een woningcorporatie. In het kader van de integrale belastingplicht voor woningcorporaties per 1 januari 2008, worden door de branche VSO's vastgesteld met de Belastingdienst. In haar VPB-aangifte 2008 passiveert X de transitorische rente op de fiscale openingsbalans onder de kortlopende schulden. Bij de openingsbalanswaardering van de langlopende schulden is de transitorische rente niet gecorrigeerd. Nadat de aanslag definitief is geworden, ontstaat er een discussie over de transitorische rente. De Belastingdienst staat van 1 januari 2008 tot 5 juli 2012 een berekeningswijze toe die voor X gunstig zou zijn. X wil deze berekeningswijze ook toepassen, maar de Belastingdienst staat dat niet toe. In haar herziene aangifte 2009 past X toch, onder verwijzing naar de foutenleer, de gunstige berekeningswijze toe. De inspecteur corrigeert dit. Rechtbank Gelderland oordeelt dat er geen sprake is van een foutenleerfout. De wijze waarop X haar oorspronkelijke aangifte heeft gedaan, komt namelijk overeen met de afspraken die in de VSO's zijn neergelegd.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er sprake is van een dubbeltelling, en is het eens met X dat er sprake is van een foutenleerfout. Volgens het hof heeft X namelijk terecht de transitorische rente op de fiscale openingsbalans opgenomen onder de kortlopende schulden. Hiermee is volgens het hof niet in overeenstemming dat de transitorische rente eveneens wordt gerekend tot de grondslag voor de contante waardeberekening, omdat de transitorische rente dan tweemaal op de fiscale openingsbalans verschijnt: namelijk eenmaal onder de kortlopende schulden en eenmaal onder de langlopende schulden. De fout moet in het oudste openstaande jaar worden gecorrigeerd. Het hof stelt vervolgens het verlies voor 2009 vast op € 179.100.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 4 april