Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X en Y niet aannemelijk maken dat (een deel van) het resterende deel behoort bij het woondeel, daarbij in gebruik is en daaraan dienstbaar is. Het overdrachtsbelastingtarief van 2% is dan ook niet van toepassing op dat deel.

X en Y kopen voor € 480.000 een perceel grond met boerderijwoning, voormalige agrarische opstallen, ondergrond, erf, landbouwgrond en verdere aanhorigheden. Ten aanzien van het woonhuis en de tuin, met een waarde van € 375.000, is het overdrachtsbelastingtarief van 2% van toepassing. Volgens X en Y is dit tarief ook van toepassing op het resterende deel van de onroerende zaak, omdat het een aanhorigheid van de woning vormt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X en Y niet aannemelijk maken dat (een deel van) het resterende deel behoort bij het woondeel, daarbij in gebruik is en daaraan dienstbaar is. Het overdrachtsbelastingtarief van 2% is dan ook niet van toepassing op dat deel. De rechtbank acht daarbij onder andere van belang dat de landbouwgrond op een ander kadastraal perceel ligt dan het woondeel en dat het woondeel fysiek is gescheiden van het resterende deel. Daarnaast is het resterende deel oorspronkelijk ontworpen en gebouwd voor agrarisch gebruik en wijkt de bouwstijl van de gebouwen die tot het resterende deel behoren af van de bouwstijl van het woonhuis. Dat het resterende deel een niet-woning betreft en de woonboerderij een woning, is verder niet van belang. Ook is niet van belang dat de onroerende zaak niet meer als agrarisch bedrijf gebruikt kan worden. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Dossiers: Agro

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 17 juli

113

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen