X bv koopt in 2017 twee panden van B bv. De in de panden gelegen appartementen worden verhuurd aan particulieren, aan wie op aanvraag zorgdiensten worden verleend. De appartementen beslaan 84% van de totale oppervlakte van de panden. In geschil is of het woningtarief voor de overdrachtsbelasting van toepassing is. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de panden naar hun aard bestemd zijn voor bewoning en dat ze niet als geheel zijn aan te merken als een zorginstelling. Ter zitting van het hof bevestigt de inspecteur dat de appartementen afzonderlijk naar hun aard, gemeten naar hun objectieve kenmerken, bestemd zijn voor bewoning. De appartementen als zodanig moeten dan als woningen worden aangemerkt.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het woningtarief van 2% van toepassing is op 84% van de overdrachtsprijs. Onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis merkt het hof op dat de wetgever voor gevallen waarin een gedeelte van de onroerende zaak voor bewoning is bestemd niet heeft beoogd de vraag of het tarief van 2% van toepassing is te bezien vanuit de bestemming van het gebouw als geheel. Het tarief van 6% is dan van toepassing op 16% van de overdrachtsprijs.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 7 december