Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van de rechtbank dat de woondelenvrijstelling van toepassing is op het Forensisch Psychiatrisch Centrum van X.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) in de gemeente Hardenberg. In geschil zijn de aanslagen OZB en WOZ-beschikkingen over de jaren 2013 en 2014.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van de rechtbank dat de woondelenvrijstelling van toepassing is op het Forensisch Psychiatrisch Centrum van X. Anders dan de heffingsambtenaar meent, is voor de woondelenvrijstelling niet alleen de aard van het verblijf van belang, maar ook het tijdselement, zo blijkt uit HR 15 november 2013, nr. 11/05565, BNB 2014/52. De Hoge Raad acht het tijdselement (mede) van belang door te overwegen dat van een verblijf van duurzame aard geen sprake is in geval van verblijf in een tehuis met het oog op kortdurende behandeling of dagbehandeling, dan wel verblijf in een hospice door personen met een levensverwachting van ten hoogste enkele maanden (r.o. 3.3.4). X heeft onweersproken gesteld dat het minimale verblijf in de kliniek vier jaren is. Van een verblijf met een tijdelijk karakter kan dan niet worden gesproken. Het gelijk is aan X. Het hof verklaart de stelling van X dat de functionele veroudering te laag is vastgesteld door de gemeente tardief omdat die grief te laat is gedaan en in eerste aanleg al door X is prijsgegeven.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Gemeentewet 220e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 7 maart

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen