X houdt de aandelen in Q BV. In 2007 emigreert hij naar Spanje. Thans woont hij in Portugal. In de tussenliggende jaren is hij in Zuid-Afrika hertrouwd en heeft hij in de periode juni 2015 - april 2016 in Nederland een gevangenisstraf uitgezeten. Daarnaast is X betrokken bij een paar andere vennootschappen en stichtingen. In 2018 stelt Q BV een dividend van € 8,5 mln ter beschikking aan X. Naar aanleiding van de informatie die de inspecteur uit het strafrechtelijk dossier ontvangt, legt hij diverse aanslagen op aan X. In geschil is of X in Nederland woont.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X in 2015 - 2017 in Nederland woonde. De rechtbank acht onder meer van belang dat X vanaf 2007 stond ingeschreven in Spanje en daar beschikte over een ruime woning, bankrekeningen en een auto. Verder beschikt X sinds 1 juni 2016 over een woning, bankrekening en een auto in Portugal. Ter zake van de detentie overweegt de rechtbank dat het aannemelijk is dat X zich in 2015 alleen maar in de BRP in Nederland heeft ingeschreven, omdat zijn advocaat meende dat de inschrijving was vereist voor het vrijwillig uitzitten van de detentie. Ook heeft X Nederland na het einde van de detentie meteen verlaten. Dat de dochter van X in Nederland woonde en dat hij een goede relatie met haar had, zegt volgens de rechtbank niets over zijn band met Nederland als zodanig. De door de inspecteur aangehaalde feiten en omstandigheden zijn van onvoldoende gewicht om aannemelijk te achten dat de band van X met Nederland in de jaren 2015 en 2016 zodanig was dat hij in Nederland woonde. Dit geldt ook voor 2017. Daarnaast maakt de inspecteur ook niet aannemelijk dat Q BV in Nederland is gevestigd. Gelet op het karakter van Q BV, een vennootschap zonder onderneming en zonder werknemers, die is gericht op het belang van de aandeelhouder, en de aard van de beslissingen die daarvoor genomen moeten worden, acht de rechtbank aannemelijk dat Q BV in 2017 feitelijk werd bestuurd door X. Het gelijk is aan X.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting
Editie: 17 februari
Informatiesoort: VN Vandaag