X is eigenaar van een vrijstaande woning. X is het niet eens met de WOZ-waarde 2019. Hij stelt dat de WOZ-waarde teveel is gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. De landelijke stijging is 8,7% en de WOZ-waarde is bij hem gestegen met maar liefst 19,75%.
Rechtbank Noord-Holland verwerpt de WOZ-berekening van X die enkel is gebaseerd op indexering van de voorgaande WOZ-waarde met een landelijk stijgingspercentage. Doel en strekking van de Wet WOZ brengen mee dat de waarde elk jaar opnieuw wordt bepaald. Voor de beoordeling van de juistheid van de WOZ-waarde 2019 is daarom slechts van belang of de waarde die aan de woning is toegekend in overeenstemming is met het wettelijk waardebegrip. Aan de verhouding tussen waardes die voor twee opvolgende jaren zijn vastgesteld, komt geen zelfstandige betekenis toe. Verder kan aan een landelijk stijgingspercentage geen doorslaggevende betekenis worden toegekend, omdat de waardeontwikkeling van alle woningen in Nederland in het algemeen onvoldoende bruikbaar is voor de waardebepaling van één woning in het bijzonder. De rechtbank volgt de waardebepaling door de heffingsambtenaar en verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 29 september