Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat een andere WOZ-waarde van de woning X BV niet op enige wijze in een betere positie zal brengen. Het beroep is niet ontvankelijk op grond van het arrest HR 8 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:238, V-N 2024/13.19.

X ontvangt een WOZ-beschikkingen en aanslagen onroerendezaakbelasting voor de woning en een bedrijfsobject. In geschil is of X BV terecht als eigenaar van het bedrijfsobject is aangemerkt en of zij belang heeft bij het beroep tegen de WOZ-waarde van de woning.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat een andere WOZ-waarde van de woning X BV niet op enige wijze in een betere positie zal brengen. Het beroep is niet ontvankelijk op grond van het arrest HR 8 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:238, V-N 2024/13.19. Uit de door X BV overgelegde eigendomsinformatie van het Kadaster blijkt daarentegen dat de eigendom van het bedrijfsobject in handen is van een andere BV. Daarom vernietigt de rechtbank de aanslag OZB eigenaar van het bedrijfsobject.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:69a

Wet waardering onroerende zaken 17

Gemeentewet 220

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 27 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

274

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen