Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat art. 131 Waterschapswet niet is geschonden omdat de heffingsambtenaar uitspraak op bezwaar doet op het moment dat de WOZ-beschikking van X bv al onherroepelijk vaststaat.
X bv komt in bezwaar tegen een aanslag watersysteemheffing. X bv stelt dat de heffingsambtenaar art. 131 Waterschapswet schendt door uitspraak te doen op haar bezwaar, terwijl op dat moment de WOZ-waarde van het betreffende pand nog niet onherroepelijk vaststaat. De huurder van X bv is namelijk in bezwaar gegaan tegen de WOZ-beschikking die zij ontvangt. In hoger beroep is onder andere in geschil of art. 131 Waterschapswet is geschonden.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat art. 131 Waterschapswet niet is geschonden omdat de heffingsambtenaar uitspraak op bezwaar doet op het moment dat de WOZ-beschikking van X bv al onherroepelijk vaststaat. Art. 131 Waterschapswet beoogt te voorkomen dat een belanghebbende afzonderlijke procedures moet voeren bij de belastingrechter over feiten en omstandigheden die van belang zijn voor zowel een op de WOZ-waarde gebaseerde aanslag als voor de vaststelling van de WOZ-waarde. De WOZ-beschikking van X bv staat onherroepelijk vast omdat X bv geen bezwaar heeft gemaakt. Dat de huurder wel bezwaar heeft gemaakt, doet hieraan niet af. Het gaat namelijk om twee verschillende belastingplichtigen. Mocht het bezwaar van de huurder worden gehonoreerd dan zal aanslag van X bv automatisch ambtshalve worden gecorrigeerd. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 30 april
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken