Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X ondanks het ontbreken van een WOZ-beschikking toch bezwaar kan maken tegen de WOZ-waarde. De gemeente heeft bij de waardering van de woning van X voldoende rekening gehouden met de komst van een supermarkt.

X is eigenaar van een woning in de gemeente Bellingwedde. De heffingsambtenaar legt X een OZB-aanslag op naar een heffingsmaatstaf van € 216.000. X bepleit een verlaging naar € 195.000 in verband met de komst van een supermarkt.

Hof Arnhem-Leeuwarden merkt allereerst op dat de gemeente voor de woning geen WOZ-beschikking heeft vastgesteld maar enkel een OZB-aanslag naar een heffingsmaatstaf van € 216.000. Met inachtneming van art. 220d  lid 4 Gemeentewet acht het hof echter toch een waardebeschikking 2011 aanwezig waartegen X bezwaar kon maken. Het hof oordeelt dat de gemeente door een aftrek van 20% toe te passen op de grondwaarde voldoende rekening heeft gehouden met het waardedrukkend effect van de komst van de supermarkt. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat de verkeersdrukte beperkt zal blijven doordat de ingang van de supermarkt elders ligt, dat thans ook al een bedrijfspand aanwezig is op het aangrenzende perceel en dat de komst van een supermarkt naast enkele nadelen ook een stijging van het voorzieningenniveau met zich meebrengt.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Gemeentewet 220d-4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 2 oktober

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen