Belanghebbende, X, is een waterschap dat eigenaar is van een waterzuiveringsinstallatie. De exploitatie van de installatie is in handen van een privaat bedrijf. In geschil de WOZ-waarde van de installatie voor de jaren 2009 t/m 2011. Het geschil spitst zich toe op de toepassing van de vrijstelling voor waterzuiveringsinstallaties.
Advocaat-generaal IJzerman is van mening dat een afvalwaterzuiveringsinstallatie die wordt geëxploiteerd door een private onderneming toch kan delen in de WOZ-vrijstelling. De A-G meent dat er ter beoordeling van de vraag of er sprake is van werken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, moet worden bezien of met de werken waarmee het riool- en ander afvalwater wordt gezuiverd, uitvoering wordt gegeven aan een publieke taak die bij wet is opgedragen aan de waterschappen. De A-G merkt op dat het zuiveren van afvalwater inderdaad een wettelijke taak van de waterschappen is. Dat het daadwerkelijk zuiveren gebeurt door een privaatrechtelijke rechtspersoon, doet aan de toepassing van de vrijstelling niet af. Met betrekking tot de reikwijdte van de vrijstelling staat de A-G een functioneel criterium voor, dat wil zeggen dat niet alleen onderdelen die rechtstreeks verband houden met het zuiveren van riool- en ander afvalwater delen in de vrijstelling, maar ook elk onderdeel dat nodig is om de afvalwaterzuiveringsinstallatie als zodanig te kunnen doen functioneren. Het hof heeft dit miskend. De A-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep van X gegrond te verklaren en de zaak te verwijzen.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2-1-h
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 18 mei